
Misschien herken je het wel: je loopt een drukke supermarkt binnen en nog voor je bij de kassa bent, voel je je hoofd volstromen. Elk geluid, elke geur, het felle licht, het lijkt allemaal tegelijk binnen te komen. Je voelt je snel moe, gespannen of zelfs een beetje ziek. Je vraagt je af: waarom raakt de één zo snel overprikkeld, terwijl een ander nergens last van lijkt te hebben? Het antwoord begint al veel eerder dan je misschien denkt, nog voor je geboren wordt.
Gevoeligheid ontwikkelen start al in de baarmoeder
Al als foetus word je blootgesteld aan cortisol, het stresshormoon dat via de placenta en het vruchtwater bij je binnenkomt. Je lichaam reguleert dit met een speciaal enzym, 11beta-dehydrogenase-1, zodat je niet te veel cortisol binnenkrijgt. Toch krijgt ieder kind een eigen ‘afstelling’ mee voor hoe gevoelig het systeem wordt voor stress. Dat begint dus al in de buik.
De eerste 1,5 jaar: hechting als basis voor je gevoeligheid
Na je geboorte zijn de eerste anderhalf jaar cruciaal. In deze periode wordt je gevoeligheid voor cortisol, en dus voor stress, als het ware geprogrammeerd. Nabijheid, veiligheid en contact zijn in deze fase essentieel. Een baby die zich veilig voelt, ontwikkelt gezonde cortisolreceptoren. Je kind niet alleen laten, maar juist veel fysiek contact en geruststelling bieden, zorgt ervoor dat het stresssysteem zich goed kan afstellen. Dit is de basis voor hoe je later met prikkels omgaat.
Roaming distance: leren loslaten
Na die eerste periode komt er een fase waarin kinderen de wereld willen ontdekken. Ze bewegen zich steeds verder van hun ouders, maar houden de veilige basis in het oog. Dit heet de ‘roaming distance’. Op de grens van die veilige cirkel zie je kinderen vaak even omkijken of twijfelen. Juist dan is het belangrijk dat ouders steun en vertrouwen geven, zodat het kind durft te groeien. Dat is niet altijd makkelijk. Loslaten begint vroeg en vraagt ook iets van de ouder.
Cortisol, het immuunsysteem en ziek worden
Cortisol heeft nog een andere belangrijke rol: het onderdrukt het immuunsysteem. Elke immuuncel is gevoelig voor cortisol en hoort daar ook op te reageren. Maar als het stresssysteem te vaak ‘aan’ staat, worden immuuncellen op den duur resistent, alsof ze hun vingers in de oren steken. Ze luisteren niet meer naar het signaal van cortisol en reageren juist extra heftig als ze eindelijk ‘aan’ mogen. Dit kan ervoor zorgen dat kinderen die te weinig ruimte krijgen om te ontdekken, vaker ziek zijn of langer ziek blijven. Het immuunsysteem raakt uit balans en weet niet meer goed wanneer het moet reageren en wanneer niet.
De invloed van opvoeding en context op jouw stressregulatie in het nu
Het klein houden van de roaming distance, bijvoorbeeld uit angst of behoefte aan controle als ouder, kan ervoor zorgen dat een kind alerter wordt, sneller ‘aan’ staat en vaker ziek wordt. Interessant genoeg is de gemiddelde roaming distance in de westerse wereld in de afgelopen veertig jaar met 90% afgenomen. Kinderen komen dus steeds minder ver van hun ouders vandaan, terwijl juist die ruimte belangrijk is voor een gezonde stressregulatie.
Belang van de reactie van de ouder
Je voelt als kind vanuit de reactie die je als ouder geeft dat er iets is waar je op moet reageren, iets om bang voor te zijn, iets dat schade kan aan brengen en dat je daarom maar beter in arm afstand van je ouders kan blijven. Om dit voor elkaar te krijgen heb je naar twee kanten extra informatie nodig die je binnen laat komen. Aan de kant van de buitenwereld; wat is dat toch waar ik bang voor moet zijn? En voor je ouder; waar is die, ben ik nog dicht bij genoeg? Je leert bezig te zijn met de omgeving op non verbaal en onderbewust niveau in plaats van jezelf en je eigen gevoelens.
Cortisolgevoeligheid: twee kanten van dezelfde medaille
Er zijn grofweg twee manieren waarop je stresssysteem zich kan ontwikkelen. Bij hoge gevoeligheid voor cortisol heb je maar weinig nodig om te reageren. Je bent in sommige situaties stressbestendig, maar als de druk te lang aanhoudt, kan het systeem overbelast raken en ontstaan er ziekten waarbij het immuunsysteem te veel wordt onderdrukt.
Bij lage gevoeligheid heb je juist meer cortisol nodig om te reageren. Je lichaam maakt snel veel energie vrij, maar je bent minder stress-tolerant. Je reageert snel, maar loopt meer risico op auto-immuunziekten of zelfs neurodegeneratieve aandoeningen als de stress te lang aanhoudt. In beide gevallen geldt: de context is allesbepalend. In de juiste omgeving functioneer je prima, maar als de druk niet past bij jouw systeem, ontstaan er klachten.
Samenwerken gaat overprikkeling tegen
Samenwerken met anderen heeft een bijzondere invloed op je brein. Door samen te werken wordt via cortisol de groei van de hippocampus gestimuleerd en ontstaan er meer verbindingen in het brein. Je korte termijn geheugen verbetert en je voelt je minder geprikkeld. Vooral als je merkt dat je snel alert of gespannen bent, kan samen dingen doen letterlijk helpen om je systeem weer in balans te brengen.
Angst, GABA en de balans in je hoofd
Elke ervaring die je opdoet, zorgt voor een beetje cortisol. Als je systeem in balans is, wordt er precies genoeg afgegeven om de hippocampus te laten groeien en verbindingen te maken. Tegelijkertijd wordt GABA aangemaakt – een stof die zorgt voor rust, focus en het gevoel ‘bij jezelf’ te zijn. GABA remt de amygdala, het angstcentrum in je brein, en brengt zo het stresssysteem tot rust.
Als de balans zoek is, wordt er te weinig GABA aangemaakt en komt er geen rem op de amygdala. Angst en activatie nemen toe, en kleine dingen kunnen ineens als enorme bedreigingen voelen. De spreekwoordelijke mug wordt dan zomaar een olifant.
Overprikkeling, trauma en het brein: het spamfilter werkt niet meer
Bij trauma verandert de manier waarop je brein prikkels verwerkt. Het spamfilter – dat normaal gesproken onbelangrijke signalen wegfiltert – werkt minder goed. Het limbisch systeem, waar je emoties en stressreacties worden geregeld, schiet sneller aan. Je prefrontale cortex, die normaal gesproken dempt en reguleert, heeft minder invloed. Het gevolg: je reageert sneller, je prikkeldrempel ligt lager en het kost veel energie om steeds ‘aan’ te staan. Op termijn kan dit leiden tot uitputting, lichamelijke klachten en een gevoel van altijd op scherp staan.
Tien zintuiglijke routes en het brein
Alles wat je hoort, ziet, ruikt, voelt en beleeft komt via tien verschillende zintuiglijke routes je brein binnen. Deze signalen komen aan in specifieke gebieden, zoals de locus coeruleus (die werkt met noradrenaline), de nuclei van Raffe (serotonine) en het ventrale tegmentum (dopamine). De verhouding tussen deze stoffen bepaalt hoe je reageert op prikkels. Deze basale delen van het brein zijn verbonden met delen van het limbisch systeem zoals de hippocampus, amygdala, cortex cingularis en nucleus accumbens. Samen vormen ze het netwerk dat bepaalt hoe je omgaat met prikkels, emoties en stress. De mate van verbinding tussen je prefrontale cortex en het limbisch systeem bepaalt hoeveel demping er is. Hoe stabieler je jeugd, zwangerschap en hechting, hoe beter deze verbindingen zijn. Grote ziekten, slechte voeding, weinig beweging of te weinig zonlicht kunnen deze verbindingen verzwakken.
Links en rechts: de breinbalans
De linker- en rechterhelft van je prefrontale cortex werken elk met hun eigen voorkeur voor bepaalde stoffen. Rechts vooral met serotonine en noradrenaline, links met dopamine en acetylcholine. Een disbalans in deze stoffen kan zich uiten in klachten aan één kant van het lichaam, zoals spanning of pijn aan de linkerarm of -been. Soms ligt de oorzaak dus niet in het lichaam zelf, maar in een verstoring van de breinbalans.
Overprikkeling: als het spamfilter te veel doorlaat
Als het spamfilter in je brein te veel signalen doorlaat, raakt het systeem overbelast. De verbindingen tussen de hersendelen komen onder druk te staan en je raakt sneller overprikkeld. Dit kan zich uiten in lichamelijke onrust, vermoeidheid, pijn of een gevoel van ‘vol’ zijn in je hoofd.
Wat kun je hiermee?
Het is belangrijk om te weten dat overprikkeling en gevoeligheid niet zomaar ontstaan. Het zijn het resultaat van een complex samenspel tussen aanleg, vroege ervaringen, opvoeding en de omgeving waarin je leeft. Je kunt niet alles veranderen, maar je kunt wel leren herkennen wat jouw systeem nodig heeft. Soms is dat meer rust, soms meer uitdaging, soms juist verbinding met anderen.
En misschien is het belangrijkste: mildheid voor jezelf. Je hoofd is niet ‘stuk’ als je snel overprikkeld raakt. Het vertelt je iets over hoe je systeem is opgebouwd en wat het nodig heeft. Door te luisteren naar die signalen, kun je stap voor stap ontdekken wat voor jou werkt. En dat is misschien wel de meest waardevolle les van allemaal.
Ben jij snel overprikkeld en heb je daar last van?
Met hulp van Kpni kijken wat voor jou de meeste geschikte ingang is je brein rustiger te krijgen, zodat je op termijn meer prikkels op een gezonde manier kunt verwerken.