Hormonen

Je bent moe, maar je kunt niet slapen. Je voelt je opgefokt, maar hebt geen energie. Je lichaam doet pijn, maar niemand kan vertellen waarom. Herken je dit? Dan is de kans groot dat je hormonen door de war zijn. En nee, dat is niet alleen iets voor vrouwen in de overgang. 

Hormonen sturen letterlijk alles in je lichaam aan: je energie, je slaap, je pijn, je stemming, je spijsvertering. Zelfs hoe goed je herstelt van stress. Het frustrerende? In het reguliere circuit krijg je vaak te horen: "Je bloedwaardes zijn normaal, er is niks aan de hand." Maar jij voelt je helemaal niet normaal. Je voelt je niet gezien. Alsof je met losse puzzelstukjes rondloopt die maar niet in elkaar willen vallen. 

Wij begrijpen dat gevoel. Als fysiotherapeuten en manueel therapeuten zagen we het te vaak: mensen die vastliepen omdat niemand naar het hele plaatje keek. Daarom startten we deze kennisbank. Hier vind je geen losse feiten, maar inzicht in hoe alles met elkaar samenhangt. Want je hormonen werken niet op zichzelf. Ze zijn verweven met je stress, je slaap, je voeding, je beweging, zelfs met hoe verbonden je je voelt. Begrijp je dit systeem, dan kun je eindelijk zelf aan de slag.

 

Overzicht van de belangrijkste hormonen in jouw lijf

Hypofyse (meesterklier)

  • Groeihormoon (GH): stimuleert groei, celherstel en spieropbouw.
  • Prolactine: bevordert melkproductie na de zwangerschap.
  • TSH (thyroïd stimulerend hormoon): zet de schildklier aan tot het maken van schildklierhormonen.
  • ACTH (adreno-corticotroop hormoon): stimuleert de bijnieren om cortisol te produceren.
  • LH (luteïniserend hormoon): regelt eisprong en testosteronproductie.
  • FSH (follikelstimulerend hormoon): belangrijk voor de rijping van eicellen en zaadcellen.

Schildklier

  • T3 (trijoodthyronine) & T4 (thyroxine): regelen de stofwisseling, energie en warmteproductie.
  • Calcitonine: verlaagt het calciumgehalte in het bloed.

Bijschildklieren

  • Parathormoon (PTH): verhoogt het calciumgehalte in het bloed.

Bijnieren

  • Adrenaline & noradrenaline: stresshormonen, verhogen hartslag, bloeddruk en energie (fight-or-flight).
  • Cortisol: regelt stressrespons, bloedsuikerspiegel en ontstekingen.
  • Aldosteron: regelt zout- en waterhuishouding, beïnvloedt bloeddruk.

Alvleesklier (pancreas)

  • Insuline: verlaagt bloedsuiker door opname van glucose in cellen.
  • Glucagon: verhoogt bloedsuiker door vrijmaken van glucose uit reserves.

Geslachtsklieren

  • Testosteron: zorgt voor spiergroei, libido, energie en mannelijke kenmerken.
  • Oestrogeen: regelt menstruatiecyclus, botgezondheid en vrouwelijke kenmerken.
  • Progesteron: bereidt het lichaam voor op zwangerschap, ondersteunt de cyclus.

Pijnappelklier

  • Melatonine: regelt slaap-waakritme.

Maag-darmhormonen

  • Ghreline: stimuleert eetlust (hongerhormoon).
  • Leptine: remt eetlust (verzadigingshormoon).
  • Cholecystokinine (CCK): stimuleert vertering van vetten en eiwitten.

Overige belangrijke hormonen

  • Oxytocine: knuffelhormoon; bevordert binding, vertrouwen en weeën.
  • Vasopressine (ADH): regelt waterbalans en concentratie van urine.
  • Erytropoëtine (EPO): stimuleert aanmaak van rode bloedcellen.